Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [52]Hij had de aarde [53]nog niet gemaakt, noch [54]de velden, noch [55]den aanvang van de stofjes der wereld. 52. Namelijk, de Heere, boven vs.22. 53. Het Hebreeuwse woord ad, of gnad, is elders ook aldus genomen; zie Job 1:18, en de aantekening. Of, Hebreeuws, totdat Hij de aarde niet gemaakt had; dat is, aleer Hij de aarde gemaakt had. 54. Het Hebreeuwse woord betekent de plaatsen, die buiten de huizen en steden zijn, als de straten en velden. Voor velden is het hier genomen, gelijk ook Ps.144:13; Ezech.7:15. 55. Hebreeuws, het hoofd; dat is, begin. Alzo Num.10:10; Pred.3:11; Ezech.40:1. De zin is dat nog het minste stofje niet gemaakt was.